Plots wordt alles onscherp en zijn mijn wangen vochtig. Al wat ik wil is haar in mijn armen nemen. Haar zachtjes strelen en fluisteren dat het goed komt. Ze heeft zó haar best gedaan, dit heeft ze niet verdiend.
Zij is zich niet bewust van hen die haar willen troosten. Afgesloten van de wereld probeert zij haar verdriet en wanhoop de baas te worden. Ineens realiseer ik me dat ik nu moet opstaan. Ik pak mijn spullen bij elkaar en haast me naar buiten.
Terwijl ik de tranen van mijn gezicht veeg, zie ik dat de achterblijvers me bevreemd aankijken.
Licht ontdaan prop ik mijn boek in mijn tas en stap de trein uit.
Ik neem me voor om ooit ook een boek te schrijven waarvan mensen hun omgeving vergeten en hun tranen om de hoofdpersoon vrijelijk laten lopen...
dinsdag 26 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten