give it up, give it up, give it up now
gotta keep yo head up high baby girl
so you better give it up, yeah
you know you alright
you did good and he better recognize
when he done throw them lemons
you stood straight
servin him lemonade
you better recognize baby girl
cos you been runnin up the hill
and he ain't beside you, no
just yo shadow, girl
you and yo shadow all alone
give it up, give it up, give it up yeah
gotta keep yo head up high baby girl
so you better give it up now
you know you good
you done try and try again
this ain't worth yo time no more
cos everytime yo heart be sore
yeah, yo heart is so much more
so give it up, give it up, give it up now
gotta keep yo head up high baby girl
you better give it up now, yeah
said you better give it up
baby girl give it up, you gotta give him up
give it up
donderdag 25 juli 2013
donderdag 11 juli 2013
Verdronken liefdesliedje
Aan d’ene kant het schip
-miste ik de boot?-
Aan d’and’re kant de wal
-of val ik in de sloot?-
Wat is de waarde van een druppel
Voor de regenbui?
Wat is de waarde nog van blijdschap
Voor de gestorven mus?
Wat is de waarde van de lippen
Waartoe het water reikt?
Wat is de waarde van de vlag
Die op de modder prijkt?
Met maar één oog
Waarlijk koning?
Of door de blinde geleid?
Wordt het lam geofferd?
Raken we alleen
Het gedempte kalf maar kwijt?
vrijdag 11 november 2011
Love delirium
A broken heart lies behind this smile
You don't kiss me, do you miss me?
I haven't seen you for a day
Am I myself when you're around?
Or am I who I want to be?
Am I relaxed, or just inactive?
Kiss me, kiss me, kiss me, kiss me
I want to be enchanted
Why did you take away your magic?
Will you ever bring it back?
Behind this smile my heart is broken
And it's all because of you
You don't kiss me, do you miss me?
I haven't seen you for a day
Am I myself when you're around?
Or am I who I want to be?
Am I relaxed, or just inactive?
Kiss me, kiss me, kiss me, kiss me
I want to be enchanted
Why did you take away your magic?
Will you ever bring it back?
Behind this smile my heart is broken
And it's all because of you
donderdag 12 mei 2011
Et Emergo
In alle vroegte (doch niet zo vroeg als ik gepland had) zit ik in de trein op weg naar Ver Weg voor mijn werk.
Het is kouder dan de laatste dagen. Buiten is het grijzig. Ik heb slecht geslapen: na ruim een jaar wijkt de stress van het reizen nog nimmer van mijn zijde.
Daar komt bij dat we gisteren nog een flinke tijd tegen elkaar geschreeuwd hebben, wat het goede nieuws overschaduwde.
Straks, over een paar uur, krijg ik te maken met de realiteit op het werk: binnen de komende twee jaar zullen er 6 van de 9 vestigingen sluiten. Zullen de cursisten in mijn opleiding dan nog wel een baan hebben? En mijn collega's op die vestigingen?
De krant brengt niet veel afleiding. Vandaag is het een jaar geleden dat een vliegtuig bij Tripoli neerstortte. De herinnering aan haar doet pijn.
De dag ligt onverbiddelijk en overweldigend voor me. Mistroostig staar ik uit het raam. Wanneer we stilstaan, zie ik iets roods uit mijn ooghoek. Midden op het spoor, tussen de bielzen in, groeit een klaproos. De fragiele lichtgroene steel en de papieren rode poederblaadjes van de bloem tonen geen spoortje van de trein die er zojuist overheen raasde. Met kwetsbare elegantie wiegt ze op een zuchtje wind.
De trein rijdt verder, onbewust van de schoonheid die zo dichtbij is. Maar ik weet dat ze bestaat.
Het is kouder dan de laatste dagen. Buiten is het grijzig. Ik heb slecht geslapen: na ruim een jaar wijkt de stress van het reizen nog nimmer van mijn zijde.
Daar komt bij dat we gisteren nog een flinke tijd tegen elkaar geschreeuwd hebben, wat het goede nieuws overschaduwde.
Straks, over een paar uur, krijg ik te maken met de realiteit op het werk: binnen de komende twee jaar zullen er 6 van de 9 vestigingen sluiten. Zullen de cursisten in mijn opleiding dan nog wel een baan hebben? En mijn collega's op die vestigingen?
De krant brengt niet veel afleiding. Vandaag is het een jaar geleden dat een vliegtuig bij Tripoli neerstortte. De herinnering aan haar doet pijn.
De dag ligt onverbiddelijk en overweldigend voor me. Mistroostig staar ik uit het raam. Wanneer we stilstaan, zie ik iets roods uit mijn ooghoek. Midden op het spoor, tussen de bielzen in, groeit een klaproos. De fragiele lichtgroene steel en de papieren rode poederblaadjes van de bloem tonen geen spoortje van de trein die er zojuist overheen raasde. Met kwetsbare elegantie wiegt ze op een zuchtje wind.
De trein rijdt verder, onbewust van de schoonheid die zo dichtbij is. Maar ik weet dat ze bestaat.
woensdag 9 maart 2011
Fatsoen
Ik moet tomaten hebben dus ik loop nog even snel naar de goedkope supermarkt op de hoek. Je weet wel, die met dat blauw-witte logo.
Als ik even later met tomaten bij de kassa sta, zie ik dat een vrouw voor me iets van de band haalt. Ze ziet er niet uit alsof ze hier 'hoort'. Ze heeft een jas aan die er duur uit ziet, en een leren tas over haar schouder van een bekend merk. Haar grijze haar is netjes gekapt en haar gezicht lijkt door dure crèmes onderhouden te worden. Er liggen allerlei luxe-producten-voor-minder op de band naast haar. Ik kijk naar wat ze er zojuist weer afgehaald heeft.
Het blijkt een pot twee-kleuren-pasta te zijn, die kapot is gegaan. De scherven plakken gelukkig aan de pasta, dus er ligt nergens glas. Tegen iemand die zich buiten mijn blikveld bevind zegt ze: 'Ja ik ga deze even terug zetten, want die is kapot. Ik pak wel een nieuwe.'
Pardon? Verontwaardigd vanbinnen (maar cool van buiten) probeer ik haar met mijn blik op andere gedachten te brengen. Terugzetten, nou ja! Dan geef je dat toch even aan de cassière? Straks ziet iemand anders het niet en die smeert dan lekker gemalen glas op het brood van zijn kinderen! Ik realiseer me dat ik een beetje overdrijf, want de pot is zo gehavend dat niemand daar overheen zou kijken. Het ergste wat kan gebeuren is dat iemands tas straks onder de pasta zit. Maar toch.
Ik let goed op of ze het nog wel gaat melden. Ze zegt niks. Maar misschien heeft ze het wel aan personeel achterin de winkel gegeven. Ik twijfel, moet ik nu wat zeggen? Of me er gewoon niet mee bemoeien. Ik besluit het discreet tegen de man achter te kassa te zeggen als ik aan de beurt ben.
Voor me is een vrouwtje bezig haar een paar boodschappen uit haar tas te halen zodat ze die kan afrekenen. Ze legt er ook een paar dichtgeknoopte plastic zakjes bij met koperkleurige muntjes. Ze schuift de boodschappen nog een beetje heen en weer zodat de kassaman er makkelijk bij kan. Zodra ze aan de beurt is zegt hij dat hij daar nu echt geen tijd voor heeft hoor. Kom maandag maar terug, als het niet druk is.
Pardon? Heeft deze meneer niet gewoon de plicht om dit wettelijke betaalmiddel aan te nemen? Het vrouwtje schuifelt door, ze mompelt dat het toch al geteld is? Maakt niet uit, hij moet het toch opnieuw tellen, hij kan mensen niet zomaar op hun woord geloven tenslotte. De zakjes verdwijnen weer in haar tas.
Dan ben ik aan de beurt met mijn tomaten. Ik reken snel af. Ik zeg niks. Niet over pastapotten, niet over zakjes munten. Hier kan ik niet tegenop.
Als ik even later met tomaten bij de kassa sta, zie ik dat een vrouw voor me iets van de band haalt. Ze ziet er niet uit alsof ze hier 'hoort'. Ze heeft een jas aan die er duur uit ziet, en een leren tas over haar schouder van een bekend merk. Haar grijze haar is netjes gekapt en haar gezicht lijkt door dure crèmes onderhouden te worden. Er liggen allerlei luxe-producten-voor-minder op de band naast haar. Ik kijk naar wat ze er zojuist weer afgehaald heeft.
Het blijkt een pot twee-kleuren-pasta te zijn, die kapot is gegaan. De scherven plakken gelukkig aan de pasta, dus er ligt nergens glas. Tegen iemand die zich buiten mijn blikveld bevind zegt ze: 'Ja ik ga deze even terug zetten, want die is kapot. Ik pak wel een nieuwe.'
Pardon? Verontwaardigd vanbinnen (maar cool van buiten) probeer ik haar met mijn blik op andere gedachten te brengen. Terugzetten, nou ja! Dan geef je dat toch even aan de cassière? Straks ziet iemand anders het niet en die smeert dan lekker gemalen glas op het brood van zijn kinderen! Ik realiseer me dat ik een beetje overdrijf, want de pot is zo gehavend dat niemand daar overheen zou kijken. Het ergste wat kan gebeuren is dat iemands tas straks onder de pasta zit. Maar toch.
Ik let goed op of ze het nog wel gaat melden. Ze zegt niks. Maar misschien heeft ze het wel aan personeel achterin de winkel gegeven. Ik twijfel, moet ik nu wat zeggen? Of me er gewoon niet mee bemoeien. Ik besluit het discreet tegen de man achter te kassa te zeggen als ik aan de beurt ben.
Voor me is een vrouwtje bezig haar een paar boodschappen uit haar tas te halen zodat ze die kan afrekenen. Ze legt er ook een paar dichtgeknoopte plastic zakjes bij met koperkleurige muntjes. Ze schuift de boodschappen nog een beetje heen en weer zodat de kassaman er makkelijk bij kan. Zodra ze aan de beurt is zegt hij dat hij daar nu echt geen tijd voor heeft hoor. Kom maandag maar terug, als het niet druk is.
Pardon? Heeft deze meneer niet gewoon de plicht om dit wettelijke betaalmiddel aan te nemen? Het vrouwtje schuifelt door, ze mompelt dat het toch al geteld is? Maakt niet uit, hij moet het toch opnieuw tellen, hij kan mensen niet zomaar op hun woord geloven tenslotte. De zakjes verdwijnen weer in haar tas.
Dan ben ik aan de beurt met mijn tomaten. Ik reken snel af. Ik zeg niks. Niet over pastapotten, niet over zakjes munten. Hier kan ik niet tegenop.
woensdag 2 maart 2011
Come what may
Ik weet niet of het aan mij ligt.
Of aan het feit dat ik niet zo vaak meer thuis ben.
Of aan jou. Of aan het weer. Of...
Ik weet het niet.
Wat ik wel weet is dat het beter is.
Losser. Vrijer.
Dat het even mijn hart brak, maar wel omdat het nodig was.
Niets is zeker. Maar dat is het ook nooit geweest.
Alleen was ik dat even vergeten.
Ik was bang om je kwijt te raken, omdat ik dacht dat ik je vast moest houden.
Sorry lief, ik was vergeten wie je bent. Ik was vergeten wie ik ben.
En dat bij je zijn gewoon zo leuk is, juist omdat je anders bent.
Dank je dat je me hielp te herinneren.
Of aan het feit dat ik niet zo vaak meer thuis ben.
Of aan jou. Of aan het weer. Of...
Ik weet het niet.
Wat ik wel weet is dat het beter is.
Losser. Vrijer.
Dat het even mijn hart brak, maar wel omdat het nodig was.
Niets is zeker. Maar dat is het ook nooit geweest.
Alleen was ik dat even vergeten.
Ik was bang om je kwijt te raken, omdat ik dacht dat ik je vast moest houden.
Sorry lief, ik was vergeten wie je bent. Ik was vergeten wie ik ben.
En dat bij je zijn gewoon zo leuk is, juist omdat je anders bent.
Dank je dat je me hielp te herinneren.
donderdag 24 februari 2011
Bijna lente
Dat het eergisteren -7 was, en er gisteren nog sneeuw viel, kan me vandaag allemaal niet meer schelen.
Mijn weekend komt er aan: nog anderhalf uur te gaan.
En dan over twee weken (nog 16 nachtjes slapen) mijn verjaardag.
Dan is ook het reizen weer even over.
Nee, de dooi is ingezet en vanmorgen zag ik de eerste tekenen van voorjaar in krokusblad en sneeuwklok.
Nog een paar uur, dan ben ik thuis.
Mijn weekend komt er aan: nog anderhalf uur te gaan.
En dan over twee weken (nog 16 nachtjes slapen) mijn verjaardag.
Dan is ook het reizen weer even over.
Nee, de dooi is ingezet en vanmorgen zag ik de eerste tekenen van voorjaar in krokusblad en sneeuwklok.
Nog een paar uur, dan ben ik thuis.
woensdag 23 februari 2011
Dromerij
Voor de derde keer deze week eet ik in de brasserie van mijn hotel. Goed voedsel, dat niet duur is en snel geserveerd wordt.
Het meisje dat vandaag met glimlachen strooit en mij en passent vraagt wat ze te drinken voor me kan inschenken, was hier vorige week ook al. Het is geen horecaglimlach, ze meent het.
Ze is klein en ziet er jong uit. Haar stem doet me aan een vroeger vriendinnetje denken.
Aan de tafel naast me zitten twee middelbare vrouwen. Het is maar een kleine gelegenheid, dus de tafeltjes staan dicht op elkaar en ik kan hun gesprek goed volgen.
Ze praten over een stoel.
Ik laat het meisje weten dat ik eerst ga beslissen wat ik wil eten, daarna zal ik ook een drankje kiezen. Met een stralende lach wendt ze zich tot de vrouwen. Sorry dat ze hen nog geen bestek heeft gebracht. En de salade komt er zo aan.
Wat voor wijn ze heeft. Ze begint met het noemen van de huiswijn, iets frans, St. Felix. Haar zin stokt. Seconden lang blijft het stil. De vrouwen kijken haar streng aan. Dat ze even vergeten is welke druif het ook alweer is, maar ze zal het direct opzoeken. Een uitgebreid wijnmenu hangt aan de muur. Morrend bestellen de vrouwen een Rioja. Ik betreur hun gebrek aan fantasie.
Even later bestel ik de salade van gewokte ossenhaas met pesto en een glas rood. Het meisje tutoyeert me en glimlacht nog breder om mijn vlotte bestelling. Als ze door het gangetje loopt richting keukenluik, zwiept haar volle, donkerblonde staart heen en weer.
Naast me klagen de vrouwen over de muziek. Ik neem een slok van mijn wijn en word langzaam verliefd.
Het meisje dat vandaag met glimlachen strooit en mij en passent vraagt wat ze te drinken voor me kan inschenken, was hier vorige week ook al. Het is geen horecaglimlach, ze meent het.
Ze is klein en ziet er jong uit. Haar stem doet me aan een vroeger vriendinnetje denken.
Aan de tafel naast me zitten twee middelbare vrouwen. Het is maar een kleine gelegenheid, dus de tafeltjes staan dicht op elkaar en ik kan hun gesprek goed volgen.
Ze praten over een stoel.
Ik laat het meisje weten dat ik eerst ga beslissen wat ik wil eten, daarna zal ik ook een drankje kiezen. Met een stralende lach wendt ze zich tot de vrouwen. Sorry dat ze hen nog geen bestek heeft gebracht. En de salade komt er zo aan.
Wat voor wijn ze heeft. Ze begint met het noemen van de huiswijn, iets frans, St. Felix. Haar zin stokt. Seconden lang blijft het stil. De vrouwen kijken haar streng aan. Dat ze even vergeten is welke druif het ook alweer is, maar ze zal het direct opzoeken. Een uitgebreid wijnmenu hangt aan de muur. Morrend bestellen de vrouwen een Rioja. Ik betreur hun gebrek aan fantasie.
Even later bestel ik de salade van gewokte ossenhaas met pesto en een glas rood. Het meisje tutoyeert me en glimlacht nog breder om mijn vlotte bestelling. Als ze door het gangetje loopt richting keukenluik, zwiept haar volle, donkerblonde staart heen en weer.
Naast me klagen de vrouwen over de muziek. Ik neem een slok van mijn wijn en word langzaam verliefd.
dinsdag 22 februari 2011
Het licht - deel II
Ooit schreef ik 'Hoe was het voor het licht aan ging?'
Maar gloeilampen zijn al een tijdje verboden en niemand heeft de moeite genomen het kapotte peertje te vervangen door wat anders.
En eerst is het donker wel spannend. Het is nieuw en onverwacht. Maar na een tijdje is duisternis alleen nog maar duisternis. Het hindert je in je dagelijkse dingen, maakt simpele dingen ingewikkeld.
Ik ben op zoek naar een zaklamp. Een gordijn dat open kan. Een kaars desnoods. Ik snak naar het licht.
Ik wil weer kunnen zien voor ik vergeet hoe de wereld eruit ziet.
De warmte van het licht kunnen voelen.
Niet meer alleen zijn.
Ik heb een schakelaar gevonden. Ik hoef hem alleen maar over te halen.
Maar nog niet. Nog even niet. Want als het licht eenmaal weer aan gaat, wat doe je dan als blijkt dat er niets meer te zien valt?
Maar gloeilampen zijn al een tijdje verboden en niemand heeft de moeite genomen het kapotte peertje te vervangen door wat anders.
En eerst is het donker wel spannend. Het is nieuw en onverwacht. Maar na een tijdje is duisternis alleen nog maar duisternis. Het hindert je in je dagelijkse dingen, maakt simpele dingen ingewikkeld.
Ik ben op zoek naar een zaklamp. Een gordijn dat open kan. Een kaars desnoods. Ik snak naar het licht.
Ik wil weer kunnen zien voor ik vergeet hoe de wereld eruit ziet.
De warmte van het licht kunnen voelen.
Niet meer alleen zijn.
Ik heb een schakelaar gevonden. Ik hoef hem alleen maar over te halen.
Maar nog niet. Nog even niet. Want als het licht eenmaal weer aan gaat, wat doe je dan als blijkt dat er niets meer te zien valt?
donderdag 10 februari 2011
jij bent het voorwerp van mijn obsessie
soms wil ik tegen je schreeuwen: HOU VAN ME!
want ik hou van jou.
soms wil ik heel hard wegrennen
omdat ik het niet meer weet.
soms zeg je niks, en daarmee alles.
dan wil ik tegen je roepen: VERTEL HET ME!
want ik wankel
en ik heb je nodig
geef me niet alles, maar geef me jou
want ik hou van jou.
soms wil ik heel hard wegrennen
omdat ik het niet meer weet.
soms zeg je niks, en daarmee alles.
dan wil ik tegen je roepen: VERTEL HET ME!
want ik wankel
en ik heb je nodig
geef me niet alles, maar geef me jou
Abonneren op:
Posts (Atom)