Levend in mijn eigen wereld, take the blue pill en weescht welkom.

woensdag 9 maart 2011

Fatsoen

Ik moet tomaten hebben dus ik loop nog even snel naar de goedkope supermarkt op de hoek. Je weet wel, die met dat blauw-witte logo.
Als ik even later met tomaten bij de kassa sta, zie ik dat een vrouw voor me iets van de band haalt. Ze ziet er niet uit alsof ze hier 'hoort'. Ze heeft een jas aan die er duur uit ziet, en een leren tas over haar schouder van een bekend merk. Haar grijze haar is netjes gekapt en haar gezicht lijkt door dure crèmes onderhouden te worden. Er liggen allerlei luxe-producten-voor-minder op de band naast haar. Ik kijk naar wat ze er zojuist weer afgehaald heeft.
Het blijkt een pot twee-kleuren-pasta te zijn, die kapot is gegaan. De scherven plakken gelukkig aan de pasta, dus er ligt nergens glas. Tegen iemand die zich buiten mijn blikveld bevind zegt ze: 'Ja ik ga deze even terug zetten, want die is kapot. Ik pak wel een nieuwe.'

Pardon? Verontwaardigd vanbinnen (maar cool van buiten) probeer ik haar met mijn blik op andere gedachten te brengen. Terugzetten, nou ja! Dan geef je dat toch even aan de cassière? Straks ziet iemand anders het niet en die smeert dan lekker gemalen glas op het brood van zijn kinderen! Ik realiseer me dat ik een beetje overdrijf, want de pot is zo gehavend dat niemand daar overheen zou kijken. Het ergste wat kan gebeuren is dat iemands tas straks onder de pasta zit. Maar toch.

Ik let goed op of ze het nog wel gaat melden. Ze zegt niks. Maar misschien heeft ze het wel aan personeel achterin de winkel gegeven. Ik twijfel, moet ik nu wat zeggen? Of me er gewoon niet mee bemoeien. Ik besluit het discreet tegen de man achter te kassa te zeggen als ik aan de beurt ben.

Voor me is een vrouwtje bezig haar een paar boodschappen uit haar tas te halen zodat ze die kan afrekenen. Ze legt er ook een paar dichtgeknoopte plastic zakjes bij met koperkleurige muntjes. Ze schuift de boodschappen nog een beetje heen en weer zodat de kassaman er makkelijk bij kan. Zodra ze aan de beurt is zegt hij dat hij daar nu echt geen tijd voor heeft hoor. Kom maandag maar terug, als het niet druk is.

Pardon? Heeft deze meneer niet gewoon de plicht om dit wettelijke betaalmiddel aan te nemen? Het vrouwtje schuifelt door, ze mompelt dat het toch al geteld is? Maakt niet uit, hij moet het toch opnieuw tellen, hij kan mensen niet zomaar op hun woord geloven tenslotte. De zakjes verdwijnen weer in haar tas.

Dan ben ik aan de beurt met mijn tomaten. Ik reken snel af. Ik zeg niks. Niet over pastapotten, niet over zakjes munten. Hier kan ik niet tegenop.

woensdag 2 maart 2011

Come what may

Ik weet niet of het aan mij ligt.
Of aan het feit dat ik niet zo vaak meer thuis ben.
Of aan jou. Of aan het weer. Of...

Ik weet het niet.

Wat ik wel weet is dat het beter is.
Losser. Vrijer.
Dat het even mijn hart brak, maar wel omdat het nodig was.

Niets is zeker. Maar dat is het ook nooit geweest.
Alleen was ik dat even vergeten.
Ik was bang om je kwijt te raken, omdat ik dacht dat ik je vast moest houden.

Sorry lief, ik was vergeten wie je bent. Ik was vergeten wie ik ben.
En dat bij je zijn gewoon zo leuk is, juist omdat je anders bent.
Dank je dat je me hielp te herinneren.