Levend in mijn eigen wereld, take the blue pill en weescht welkom.

woensdag 5 mei 2010

Wereldreiziger

Ik had maar één criterium: hij moest roze zijn. KNALroze. En dat issie. Mijn koffer op wielen. Nu reis ik voor mijn werk met de NS-businesscard door heel Nederland. Voorlopig naar Woerden en Utrecht, maar binnenkort ook naar Eindhoven, Amsterdam en Groningen.

Elke maandag ga ik met bus-trein-andere trein naar Woerden, loop daar een dikke tien minuten met mijn roze koffer naar mijn werk, aan het einde van de dag weer terug naar het station, stap in de trein naar Utrecht, steek Hoog Catharijne over en meld me bij mijn hotel. (Behalve de eerste dag, toen ik drie kwartier door Utrecht gedwaald heb, om er ten slotte achter te komen dat het hotel echt DIRECT naast het station lag en ik er al een kwartier naar had staan staren toen ik mijn pizza at... maar dat terzijde.) Op dinsdag ontbijt ik in het hotel, smeer heimelijk een paar boterhammen voor tussen de middag, haal mijn koffer op in mijn kamer, check uit en vertrek weer met de trein naar Woerden, waar ik - met roze koffer - weer de weg naar mijn werk afleg.
En aan het eind van de dag weer terug. En weer met trein-andere trein-auto van lief naar huis. Op donderdag en vrijdag herhaal ik dit.

En wat voel ik me een wereldreiziger. En wijs en belangrijk als ik bij het hotel heel blasé kan zeggen dat ik 'ja al vaker in dit hotel ben geweest en weet dat ik mijn sleutelpas nodig heb voor de lift'. En heel relaxt in het restaurant om het weekmenu vraag en oh ja, die wijn van laatst en geamuseerd glimlach om de mannen-in-pak die grote verhalen in typisch hoekig Hollands-Engels ophangen.
Vandaar ook dat ik me extra schaamde toen ik vorige week ineens in Abcoude stond. Waar? Juist. Abcoude. Weet je wat ze hebben in Abcoude? Koeien. En gras.

Laat ik bij het begin beginnen. Van mijn perron gaat er elke 10 minuten een trein naar Utrecht. Soms stop ik in Vleuten en Utrecht Terwijden. Meestal niet.
Toen ik dus een trein net miste, maakte ik me niet druk: ik was tenslotte ruim op tijd voor de volgende. En die kwam al na 5 minuten. Ik stapte ontspannen in en luisterde naar The Baseballs op mijn roze MP3-speler alsof ik hier volledig thuis hoorde. De trein stopte en ik zag dat ik nog niet in Utrecht was. Verbaasd keek ik naar de klok op mijn werktelefoon. Ik had er toch al moeten zijn... Had ik dan tóch een stoptrein?
Het bord buiten gaf aan dat dit station Breukelen heette. Breukelen? BREUKELEN? In paniek keek ik naar de lichttekst bovenin de coupé. Volgende halte: Abcoude... Eindhalte: Amsterdam CS. Oeps...
Ineens wist ik zéker dat de conducteur langs zou komen en aan mijn angstzweet zou zien dat ik verkeerd zat. Ik had natuurlijk geen kaartje voor Abcoude EN ik was niet uitgestapt in Breukelen, wat het eerste station was na mijn vergissing...
Twaalf slopende minuten later stapte ik uit in Abcoude en zag de trein naar Utrecht aan de andere kant van het perron staan. Maar... ik had natuurlijk geen kaartje. Angsthaas die ik ben durfde ik het niet aan en was zodoende gedwongen mijn trein te zien vertrekken terwijl ik in the middle of nowhere een kaartje Abcoude-Utrecht CS kocht.
Een half uur lang staarde ik naar de koeien. En belde ik met mijn zusje. Het grootste probleem vond ik nog wel dat ik dit nooooit zou kunnen bekennen. Iedereen kan natuurlijk een keer de verkeerde trein nemen, dan heb je gewoon pech gehad, maar als je als Zeeuws Meisje die fout maakt, is dat 'natuurlijk omdat je de grote stad en meer dan één trein niet gewend bent´. En ik wilde zoooo graag nonchalant kunnen zeggen dat ik zo vaak met de trein ga en het precies weet... zucht...

Ruim een uur later dan gepland was ik weer thuis. In mijn hotel dan. Gelukkig had ik vandaag wél mijn sleutel bij me...
Oh, had ik dat nog niet verteld? Nou, normaal check ik dus maandag/donderdag in, en dinsdag/vrijdagmorgen weer uit. Geen gedoe met sleutels dus. Maar in de laatste week van april hadden we natuurlijk op vrijdag Koninginnedag. Dus bleef ik van maandag tot donderdag in één stuk. Ik vroeg nog heel slim: moet ik de sleutel 's morgens afgeven, of mag ik hem bij me houden?
's Middags bleek dat ik hem beter had kunnen afgeven. Ik had mijn sleutel op mijn werk laten liggen. Mezelf klein makend fluisterde ik tegen de baliemedewerkster dat ik iets heeeel stoms had gedaan... 'Oh geen probleem hoor, ik maak even een nieuwe voor u aan. Wat is uw kamernummer?' Er kwam een privacyvraagstuk in me op, maar dat slikte ik op tijd in. Ik sloop naar mijn kamer.

Verder gaat het best goed hoor. Geen badjassen per ongeluk gestolen, niet de minibar geplunderd, niets achtergelaten... Zelfs mijn elektrische tandenborstel niet...

Nou, nog ééntje dan: Op maandag kwam ik heel stoer en opgewekt het lokaal binnen van de training (een kwartier te laat, anders red ik het niet), hoor ik me toch ineens een herrie. Verbaasd keek ik om me heen en vroeg me hardop af wat dat was. Nader onderzoek bracht me bij mijn eigen roze reisgenoot terug. De herrie kwam uit mijn koffer.
Met stijgende paniek realiseerde ik me wat het was, maar nog belangrijker: hoe het overkwam. Snel maakte ik mijn koffer open en graaide in mijn toilettas. Jawel: tandenborstel on the move. Ik maakte het nog erger door mijn koffer te overtreffen in kleur met mijn gezicht, en vooral heel duidelijk te zeggen dat het écht mijn tandenborstel betrof die mijn hele rijdende bezit liet vibreren.

Zucht. Ik denk dat ik nog even moet oefenen voor ik zo mondain ben als ik mezelf graag zie. Vooralsnog troost ik me maar met de gedachte dat ik in ieder geval voor literair vermaak kan zorgen door mijn avonturen te delen...